“Wat je hier ziet is de organoplate, een plaat met microfluïdische chips. Hier laten we bijvoorbeeld 64 levertjes of stukjes hersenen op groeien, en daar kun je de effecten van medicijnen op testen. Niet op losse cellen, maar op stukjes orgaan of weefsel, inclusief bloedstroompje en immuuncellen. Dat werkt heel efficiënt, en het maakt dat je veel minder op proefdieren hoeft te testen.”

“We zijn in 2014 begonnen als een technologiebedrijf, we dachten de hardware te gaan verkopen. Maar al snel namen we biologen aan en werden een biotechnologiebedrijf. Inmiddels hebben we 115 mensen in dienst en doen we zaken met de hele top-50 van farmaceutische bedrijven in de wereld. Het uiteindelijke doel is dat er met behulp van deze techniek medicijnen worden gevonden voor ziektes waar nu nog geen behandeling voor is.”

“We zijn destijds gewoon gaan bouwen en kregen steeds meer klanten. Het is hard werken om wereldwijd bekend te worden. Toch viel het me niet tegen hoe aantrekkelijk ons land blijkt te zijn voor mensen uit Nieuw-Zeeland of Singapore. Eigenlijk zijn Nederlanders te bescheiden. Mensen komen hier graag, want dit is een fantastisch land, en ze zijn echt onder de indruk: de R&D, de life science bedrijven, wat er gebeurt hier op het Leidse Bio Science Park, maar ook op de Uithof in Utrecht of aan het Erasmus MC, dat is allemaal wereldtop. Dat moet je niet nuanceren.”